Wie is Joost Barendrecht
Groen verkoelt. Joost Barendrecht van Natuurplein de Baronie is blij met het nieuwe geluid dat in de stad klinkt.
Er vliegt een koolwitje in de weelderig bloeiende, paarse kattenstaart. “En daar gaat een libelle”, wijst Joost Barendrecht van Natuurplein de Baronie. We hangen over de reling van Spanjaardsgat en turen naar beneden, naar de natuur in de muur. Die gaat er volop haar gang. De hele kademuur is vanaf het wateroppervlak volop in bloei. De insecten vliegen af en aan.
Tot voor kort was dat not done, groene gevels en kades, de planten en mossen waren ongewenst, omdat ze de muren aantastten, herinnert Barendrecht zich. Maar steden zijn daardoor zo versteend dat ze te heet worden in de almaar warmer wordende zomers. Groen verkoelt, is nu het adagium, en dus wordt de natuur tegenwoordig uitgenodigd in de stad, sterker nog, ze wordt gefaciliteerd om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Zoals de paarse kattenstaart in de kademuur van Spanjaardsgat: “Een belangrijke plant voor de bijen, dus die willen we straks juist faciliteren,” zegt Barendrecht.
Met straks bedoelt hij de aanleg van de toekomstige Nieuwe Mark, waarbij de natuur een prominente rol gaat spelen. De rivier die dan weer zal stromen van Zuid naar Noord zal een ader zijn waarlangs vissen, insecten en vogels van buiten de stad naar binnen toe zullen trekken. Mits er voldoende voeding is langs de Mark ten minste. Daarom zoeken acht partners binnen het Europese project GreenQuays uit bij welke steensoort, mortels en gaten in muren boven én onder water de natuur het meest optimaal zal floreren. Natuurplein de Baronie is één van de acht partners.
De liefde voor natuur is Barendrecht, die uit een familie van biologen komt, met de paplepel ingegoten. Zijn oudoom was Nobelprijswinnaar Nico Tinbergen, grondlegger van de ethologie, de gedragsleer van dieren. Zelf heeft Barendrecht een voorliefde voor vogels. “Vogels zijn een sterke indicator voor de staat van de natuur. Ze hebben voedsel, veiligheid en voortplanting nodig. De gierzwaluw bijvoorbeeld, die staat onder druk. Vroeger had je overal gaatjes in gebouwen waar ze nesten konden bouwen. Tot er een tijd kwam waarin alles werd dicht gebouwd. Tegenwoordig bouwen we gelukkig weer meer natuurinclusief, we houden rekening met de natuur wanneer we bouwen. Dat is mooi, ook voor de gierzwaluw.”
Zelf woont hij nu achttien jaar in Haagse Beemden, midden in de natuur. “Mensen denken bij Breda en de natuur aan het Mastbos. Maar in Haagse Beemden heb je ook prachtige natuur; de polder, het moeras en de landgoederenzone, het groene hart van Haagse Beemden zelf.”
Het Mastbos en de polder, Breda wordt omringd door natuur. Maar hoe staat het momenteel met de natuur in de stad zelf? “Het oeverbeheer worden steeds meer ecologisch ingestoken,” zegt Barendrecht. “Je ziet daardoor ruigere stukjes langs de oevers verschijnen. Voor insecten en vogels is dat heel goed.” Ook op bermbeheer wordt goed ingezet nu, merkt Barendrecht. “Bij de entree van de stad, aan de Claudius Prinsenlaan, hebben ze de middenberm heringericht. Dat werd vorig jaar gedaan voor de VUELTA, maar voor de natuur pakt dat ook goed uit.”
Barendrecht ziet ook nog volop kansen voor de natuur in de stad. “Rondom het CSM-terrein ontwikkelt zich van alles momenteel. De natuur zou daar een prominente rol kunnen spelen. En rond de industrieterreinen verder stroomafwaarts langs de Mark zou je veel meer de natuurlijke rivierbeleving kunnen stimuleren.” Een uitdaging in de stad vindt Barendrecht ook het stuk Markdal vanaf de Duivelsbruglaan tot aan de Singel. “Daar kun je meer natuurlijk landschap creëren. Het is er weliswaar groen, maar het is ‘park’ groen. Je hebt niet het idee dat je, net als in het buitengebied voorbij de Duivelsbruglaan, de natuur in de stad beleeft.”